Handgemaakte kwaliteit

artikel5_1In 1911 maken de sigarenmakers bij Goulmy & Baar 41 miljoen sigaren, allemaal met de hand gemaakt. Er komt geen machine aan te pas. Hooguit een vorm. Meer dan 70 % van de productie is voor de export. De sigaren gaan naar alle werelddelen. Europa spant de kroon. In het bijzonder in Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Servië vindt ‘de handgemaakte sigaar’ uit de oude hertogstad gretig aftrek. Eugène Goulmy ‘verpakt’ zijn sigaar met rijk versierde en handgemaakte kistjes, sierlijke sigarenbandjes en intrigerende namen als Madame Recamier, Cuban Girl, Tres Marias, Frontera Guardiola, La rosa de vuelte abajo en La Invicta. Zijn in 1894 opgerichte bedrijfsharmonie, bestaande uit sigarenmakers van zijn fabrieken, luistert beurzen, nijverheidstentoonstellingen en productpresentaties op. En dan zijn er nog zijn eigen bijna 100 winkels met de naam Viribus Audax, House Bouquet, Flor Fina en Cuba. De Eerste Wereldoorlog gooit roet in het eten. De sigarenfabrieken, voor wie Duitsland een belangrijk exportland is, ervaren al tijdens de oorlog aan den lijve wat de toenemende oorlogsschaarste en armoede bij de oosterburen betekent. Veel…, heel veel minder afzet. En… in de loopgraven maken Engelse en Amerikaanse soldaten de sigaret populair. Machinaal bereide sigaren en sigaretten winnen veld. Goulmy houdt vast aan zijn beproefd en gelouterd procédé, een dure handgemaakte sigaar voor markten waar hij het al zo lang goed deed. Snellere productiemethoden interesseren hem veel minder dan de samenstelling van de tabaksmelange. Hij gaat er prat op dat andere fabrikanten hem om die melanges om advies vragen. De sigaret is voor hem als ‘vloeken in de kerk’.
artikel5_2