Nooit ophouden, altijd doorgaan
Voetbal als ‘volkssport’? Onder de sportpioniers overheerst rond 1900 nog de twijfel. Pim Mulier (1865-1954), voetbalpionier en grondlegger van de moderne sport in Nederland, vraagt zich in 1899 af of werklieden niet al te ‘uithuizig’ zouden worden door actieve deelname aan het voetbal. Bovendien, hun werk op de fabriek of werkplaats was toch al lichamelijk genoeg? Alleen werklieden die zittend of lichamelijk eenzijdig werk verrichtten waren naar zijn mening gebaat bij een paar uur voetbal ‘vóór of na kerktijd’.
In het jaar 1900 spreekt de Bossche pastoor Prinsen, in die dagen een opinieleider van formaat in het bisdom, zich uit tegen de mogelijkheid om rijksambtenaren op zaterdag in staat te stellen één uur eerder op te houden met werken. Op die wijze konden zij immers deelnemen aan sport, voetbal in het bijzonder. De zondag bleef zo geheiligd. Voor Prinsen was het duidelijk, voetbal kreeg zo nóg meer ruimte.
De oprichters van het Bossche Wilhelmina trekken zich rond die tijd weinig aan van Prinsens waarschuwing. Het zijn immers jongeren van deftige komaf, soms van adel, daarom in ’s-Hertogenbosch ook vaak liberaal van geest. Wilhelmina is Bossche elite. Wat te zeggen van namen als Jonkheer van de Does de Bye Ben de Jongh van Beek en Donk, oprichter. Mr. Pius Arts, Dr. A Lamers, Majoor E. Tiesselinck en A. A. van Nijnatten. Ze maken allemaal carrière. De een wordt consul in Genève, weer een ander wordt luitenant-generaal of voorzitter van de Hoge Raad in Nederlands Indië. De maatschappelijke loopbaan staat voorop. Ze zitten bij Wilhelmina om het ‘genoeglijkheidvoetbal’.
Maar jongens met een arbeidersachtergrond willen ook voetballen. Gijs van Leur en Jan Hootsmans richten in 1906 als echte ‘Lombokkers’, bewoners van de volkswijk ’t Lombok een cluppie met een bijzondere naam op: ‘Nooit Ophouden, Altijd Doorgaan’ (NOAD). Anders dan bij het al bestaande Wilhelmina, groeit NOAD uit tot een echte arbeidersclub. De club trekt veel sigarenmakers aan. Een aantal van hen werken bij Goulmy & Baar. Ze zitten de hele dag op dezelfde werkplek. voetbal brengt ze in beweging.
In het seizoen 1917-1918 veranderde het bestuur de naam in BVV. De reden daarvoor was het feit dat BVV-NOAD in dezelfde klasse uitkwam als het Tilburgse NOAD.
Eugѐne Goulmy ziet het met veel plezier aan. Hij wil zijn bijdrage leveren aan een gezonde vrijetijdsbesteding van zijn arbeidersschare. Zijn bedrijfsharmonie is al een begrip in en rond ‘s-Hertogenbosch.‘Alles beter dan de kroeg’ houdt hij kerkelijke tegenstanders van sport voor. En wat te zeggen van de strijd tegen het socialisme? Ook daartegen helpt sport, in het bijzonder voetbal, aldus Goulmy. Hij voedt zijn kinderen op in sportiviteit. Tennis is een geliefde sport in de familie. ‘Sport is gezond’, houdt hij zijn vriendenschare, waaronder de rabiate tegenstander van voetbal, pastoor Prinsen voor.
Eugène Goulmy wordt beschermheer van BVV. Bij de opening van een nieuwe overdekte tribune in 1920 zegt Goulmy: “Gij leden van BVV wenschte niet uwe tijd te verdoen in café’s of te slenteren langs de straat, doch gebruikte dien tot een beter doel in uw sportbeoefening”.
Dat is andere koek dan wat de RK opvoedkundige, J.J. Doodkorte het volk in een opvoedkundig pamflet voorhoudt: ‘Ouders, houdt uw kinderen af van den voetbalmatch!’
Goulmy is zo ook hier trendsetter. Evenals de gebroeders Philips in Eindhoven ziet hij in dat voetbal een volkssport in wording is. Anton en Gerard Philips zijn nauw betrokken bij de oprichting van PSV, Goulmy staat aan de wieg van het Bossche arbeidersvoetbal.
En de arbeiders willen met voetbal vooruit. Hun fabrieksarbeid sprak niet echt tot de verbeelding. Een succesvole maatschappelijke carrière zat er niet in. Voetbal is dé manier om je waar te maken na een saaie en grijze werkweek.
Zo overvleugelt de ‘volksjongen’ de deftige gentleman. BVV wordt veel beter dan Wilhelmina. In 1935 trekt BVV zelfs een echte Engelse trainer aan. Bijna een primeur voor Nederland. De club koestert ambities. In 1936 doet BVV een serieuze gooi naar het kampioenschap. In 1948 wordt BVV kampioen van Nederland. Wilhelmina hobbelt er op grote achterstand achteraan.